In de bouw zien we regelmatig dat projecten niet op tijd worden afgerond. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Om er een paar te noemen: men is te laat gestart, de benodigde vergunningen waren niet op tijd rond of beslissingen zijn te laat genomen.
In verschillende blogs heb ik aandacht besteed aan de gevolgen van een bouwtijdoverschrijding die toe te rekenen is aan de aannemer. U leest daar bijvoorbeeld in deze blog meer over (en specifiek voor de UAV GC 2005 leest u meer in deze blog).
Kort gezegd komt het erop neer dat de opdrachtgever in vrijwel alle gevallen recht heeft op een korting (onder de UAV) of boete (onder o.a. de UAV GC). Met deze boete/kortingsclausules kan de opdrachtgever – zonder voorafgaande ingebrekestelling – de vertragingsschade afrekenen met een gefixeerd bedrag per (werk)dag. Er moet dan overigens wel sprake zijn van aantoonbaar geleden vertragingsschade. Een andere route die de opdrachtgever kan bewandelen is die van de ontbinding van de aannemingsovereenkomst. Daarover gaat deze blog.
Aannemingsovereenkomst ontbinden
De ontbinding van een overeenkomst is in algemene zin geregeld in artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Hierin is het uitgangspunt opgenomen dat een partij een overeenkomst mag ontbinden als de wederpartij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst. Maar als de nakoming van een overeenkomst niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat deze bevoegdheid pas als de wederpartij in verzuim is.
Speciaal voor aannemingsovereenkomsten is er in artikel 7:756 BW een verruimde ontbindingsbevoegdheid opgenomen:
“Indien reeds vóór de vastgestelde tijd van oplevering waarschijnlijk wordt dat het werk niet op tijd of niet behoorlijk zal worden opgeleverd, kan de rechter de overeenkomst op vordering van de opdrachtgever geheel of gedeeltelijk ontbinden.”
Het idee achter deze bepaling is dat het in de bouw vaak al eerder duidelijk is dat de afgesproken bouwtermijn niet zal worden gehaald. De opdrachtgever hoeft dan niet met de ontbinding te wachten tot de bouwtermijn daadwerkelijk is overschreden. Probleem van dit artikel is echter dat de opdrachtgever voor de ontbinding naar de rechter moet. Aangezien de duur van een rechtbankprocedure die van een gemiddeld bouwproject meestal overstijgt én opdrachtgevers een risico nemen met deze procedure (de ontbinding blijkt niet zelden onterecht, waarna deze door de rechter nog weleens wordt omgezet in een opzegging), zijn er maar weinig opdrachtgevers die van deze mogelijkheid gebruikmaken.
Bouwtijdoverschrijding: ontbinden zonder ingebrekestelling?
Opdrachtgevers die willen ontbinden wegens vertraging door de aannemer wachten dus doorgaans tot er sprake is van een overschrijding van de bouwtijd. In dat geval ontstaat de mogelijkheid om de aannemingsovereenkomst buitengerechtelijk (zonder tussenkomst van de rechter) te ontbinden. Omdat de opleverdatum (mits op de juiste manier vastgelegd) een fatale termijn is zoals genoemd in artikel 6:83 sub a BW, is een voorafgaande ingebrekestelling niet nodig. De aannemer is in dat geval dus al in verzuim door het alleen al het overschrijden van de afgesproken termijn. Datzelfde geldt als de aannemer de opdrachtgever mededeelt dat hij de opleveringsdatum niet gaat halen. In dat geval is er sprake van een geval als genoemd in artikel 6:83 sub c BW.
Bezint eer ge begint
Ontbinding van een aannemingsovereenkomst is een drastisch middel. Zet het dus ook alleen als het echt niet anders kan en laat u van te voren goed adviseren. Wanneer uw dossier niet in orde is, kunt u namelijk nog verder van huis raken. Ook is het overnemen van een half af werk door een andere aannemer meestal een stuk duurder dan het restant van de aanneemsom die u nog aan de opgezegde aannemer moest betalen. Nog daargelaten dat er allerlei discussies kunnen ontstaan over garanties, demarcatie etc. Onderzoek daarom eerst of het niet mogelijk is om de aannemer met andere middelen – bijvoorbeeld met een kort geding – tot spoed aan te zetten.
Meer informatie?
Deze blogserie is een samenvatting op hoofdonderwerpen van een aantal hoofdstukken uit mijn praktijkboek ‘Vertragingsschade in de bouw’, dat in 2e druk verkrijgbaar is bij het Instituut voor Bouwrecht (IBR).
Bij vragen over dit onderwerp, bel mij gerust.
Laat een reactie achter