In de bouw zien we regelmatig dat projecten niet op tijd worden afgerond. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Om er een paar te noemen: men is te laat gestart, beslissingen zijn te laat genomen of de benodigde vergunningen waren niet op tijd rond. Over dit laatste onderwerp, het tijdig verzorgen van de vergunningen door de aannemer, gaat deze blog.
Taakverdeling opdrachtnemer en aannemer
In de systematiek van de UAV GC is de taakverdeling voor het verkrijgen van vergunningen geregeld in artikel 6 van de Model Basisovereenkomst (hierna: MBO) en paragraaf 9 lid 2 jo 10 lid 1 van de UAV GC. In artikel 6 lid 1 en 2 MBO is bepaald dat in een Annex moet worden vastgelegd welke vergunningen de opdrachtgever zal verzorgen, en op welke uiterste datum deze verkregen moeten zijn. Uit paragraaf 9 lid 2 jo 10 lid 1 van de UAV GC blijkt dat alle níet in de Annex vermelde vergunningen door de aannemer moeten worden verzorgd.
In het vervolg van deze blog blijven de zogenoemde uitvoeringsvergunningen buiten beschouwing. Deze komen immers geheel voor rekening en risico van de aannemer, tenzij uit de Annex iets anders blijkt. Maar dit komt zelden voor. Deze blog gaat over de niet-uitvoeringsvergunningen.
Deadline voor door de aannemer te verzorgen vergunningen
Artikel 6 lid 3 MBO suggereert dat er ook voor de aannemer een datum moet worden bepaald waarop de benodigde vergunningen moeten zijn verkregen:
“De in § 10 lid 1 UAV-GC 2020 bedoelde publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen, die niet vermeld staan in de in lid 1 bedoelde annex, moeten uiterlijk op [datum] door de Opdrachtnemer zijn verkregen.”
In de praktijk kiest men echter maar zelden voor een kalenderdatum, maar wordt meestal gekozen voor de volgende formulering:
“De […] vergunningen […] moeten uiterlijk voor aanvang van de werkzaamheden waarop de vergunningen betrekking hebben door de Opdrachtnemer zijn verkregen.”
Hiermee wordt aan de aannemer overgelaten op welk tijdstip hij de vergunningen gaat verzorgen, als ze maar op tijd zijn voor het uitvoeren van de door hem in die tijdspanne gedachte werkzaamheden.
Vergunningen niet op tijd?
Zijn de vergunningen die de aannemer moet verzorgen niet op tijd binnen? Dan bepaalt paragraaf 10 lid 4 van de UAV GC wanneer er sprake is van een tekortkoming van de aannemer. Dit is namelijk het geval als:
(a) er sprake is van ontwerpfouten die zijn terug te voeren op de niet -naleving van bouwtechnische- en milieutechnische overheidsvoorschriften en die fouten aan de aannemer zijn toe te rekenen, en/of
(b) de aannemer zich onvoldoende heeft ingespannen om de vergunningen op tijd te verkrijgen. Als het de vraag is of hiervan sprake is, spelen verschillende factoren een rol, zoals de (juistheid van de) informatie van de opdrachtgever, de risico-inschatting van de aannemer en het tijdstip van aanvragen.
Is er sprake van een een situatie als bedoeld onder (a) of (b), dan is er sprake van een wanprestatie en kan de opdrachtgever een keuze maken uit de middelen die de wet hem toekent. Zo kan hij de overeenkomst op grond van par. 10 lid 5 UAV GC ontbinden. Doe hij dat en hij maakt aanspraak op schadevergoeding dan is die maximaal 5% van de aanneemsom.
Meer informatie?
Deze blogserie is een samenvatting op hoofdonderwerpen van een aantal hoofdstukken uit mijn praktijkboek ‘Vertragingsschade in de bouw’. Dit boek is in 2e druk verkrijgbaar bij het Instituut voor Bouwrecht (IBR).
Bij vragen over dit onderwerp, bel mij gerust.
Laat een reactie achter