Inefficiëntie is een veelvoorkomend, maar vaak onderschat probleem in de bouw. Van een afstandje kan het lijken alsof de bouwtijd wordt gevolgd: het werk komt af, zij het soms net op tijd. Maar dan blijkt het intern een behoorlijke logistieke puinhoop – met veel discussies – te zijn geweest. En kan er achter de schermen flink wat productiviteit verloren zijn gegaan. Wij merken in de praktijk dat veel bouwprojecten te maken hebben met verstoringen die niet direct leiden tot stilstand, maar wel tot onnodige kosten en ontevredenheid bij betrokken partijen. In een blogreeks ga ik dieper in op het fenomeen inefficiëntie in de bouw. In deze tweede blog zet ik de belangrijkste oorzaken van inefficiëntie op een rij.
Oorzaken van inefficiëntie
In mijn eerste blog uit deze reeks vertelde ik wat inefficiëntie is: er wordt minder rendement uit de beschikbare uren en middelen gehaald dan onder normale omstandigheden redelijkerwijs mogelijk was geweest. Met andere woorden: er is sprake van productiviteitsverlies. In de bouw wordt dit vaak veroorzaakt door een verstoring of een belemmering. Nu kunnen verstoringen en belemmeringen verschillende gedaanten aannemen.
Zoals ik ook in het preadvies ‘Juridische aspecten van samenlopende vertragingsoorzaken en ineffeciëntie in de bouw’ aangeef, heeft de AACE (American Association of Cost Engineering) een lijst opgesteld van 25 potentiële oorzaken van productiviteitsverlies. Deze lijst is al in 2004 opgesteld, maar de relevantie ervan is nog steeds onomstreden. Van die lijst zijn de hiernavolgende 10 oorzaken, die voor rekening van de opdrachtgever komen, herkenbaar voor de Nederlandse bouwpraktijk:
1. Meerwerk: meer dan een financiële kwestie
Meerwerk is in bijna elk project aan de orde. Toch wordt vaak onderschat hoeveel impact meerwerk kan hebben op de efficiëntie. Zeker als het gaat om omvangrijk, complex of laat opgedragen meerwerk, kan het bestaande werkritme ernstig worden verstoord. Daarbij gaat het niet alleen om de extra werkzaamheden zelf, maar ook om het effect op de oorspronkelijke werkvolgorde en beschikbare capaciteit.
2. Overbezetting en te veel disciplines tegelijk
Een ander vaak voorkomend probleem is overbezetting op de bouwplaats. Zeker in de eindfase van een project werken verschillende disciplines tegelijk om de planning te halen. Dat lijkt efficiënt, maar leidt vaak juist tot hinder: medewerkers lopen elkaar in de weg, wachttijden nemen toe, en de coördinatie schiet tekort. Het resultaat: de productiviteit daalt, de kosten stijgen.
3. Laattijdige of onvolledige gegevensverstrekking door de opdrachtgever
Een opdrachtgever die te laat of onvolledig informatie aanlevert, zorgt ervoor dat de aannemer niet kan doorwerken zoals gepland. Denk aan ontbrekende werktekeningen of onvoldoende uitgewerkte ontwerpen. Dit leidt tot stilstand, ad-hoc beslissingen en uiteindelijk inefficiënt werken.
4. Slechte coördinatie tussen partijen
Gebrekkige afstemming tussen opdrachtgever en nevenaannemers, of tussen hoofdaannemer, onderaannemers en installateurs is een klassieke bron van inefficiëntie. Als afspraken over werkvolgorde, toegang tot werkplekken of gebruik van materieel niet helder zijn, ontstaat er chaos op de werkvloer.
5. Veranderingen in werkvolgorde en ontwerp
Wijzigingen in ontwerp of planning leiden ertoe dat ploegen soms meerdere keren terug moeten naar hetzelfde werkonderdeel. Ook als de opdrachtgever de werkvolgorde omgooit verloopt het werk minder soepel, met verlies aan productiviteit tot gevolg.
6. Slechte weersomstandigheden
Als je door fouten in de planning of door aanpassingen van de opdrachtgever seizoensgebonden werkzaamheden (zoals betonstorten of buitenafwerkingen) in slechtere perioden moeten uitvoeren, heeft dit direct invloed op de productiviteit. Denk aan regen, vorst of extreme hitte.
7. Hinder door andere partijen op de bouwplaats
Een vaak gehoorde klacht is de hinder die wordt veroorzaakt door andere partijen die gelijktijdig werken. Bijvoorbeeld als een afbouwploeg de ruimte niet in kan omdat een andere partij nog niet klaar is. Ook komt het voor dat eerder werk nog niet gereed is, waardoor opvolgende werkzaamheden niet goed kunnen worden uitgevoerd.
8. Overmatig overwerk: korte termijn winst, lange termijn verlies
Het lijkt een logische oplossing om overuren te draaien om vertraging in te halen. Maar langdurig overwerken leidt tot vermoeidheid, fouten, lagere moraal en uiteindelijk meer herstelwerk. Op lange termijn levert dit dus juist minder efficiëntie op.
9. Schorsingen en herstarts
Als werkzaamheden tijdelijk worden stilgelegd – om welke reden dan ook – is het bij de herstart vaak lastig om de draad weer op te pakken. Kennis is vervaagd, werkvoorbereiding moet opnieuw, en routines zijn doorbroken. Dit kost tijd en geld.
10. Ontoegankelijk of slecht ingericht bouwterrein
Tot slot speelt ook de staat van de bouwplaats een grote rol. Als het terrein moeilijk bereikbaar is, of niet goed is voorbereid (denk aan drassige grond of gebrek aan opslagruimte), zal dit het werk aanzienlijk vertragen. Een voorbeeld dat ik recent meemaakte, was dat een bouwlift vaker niet dan wel beschikbaar was voor het personeel van een installateur. Wanneer het gaat om de 11e etage en hoger, dan werkt dat inefficëntie in de hand.
Waarom is dit overzicht belangrijk?
Veel van deze oorzaken zijn bekend in de sector, maar juist omdat zij vaak voorkomen, worden zij niet altijd serieus genoeg genomen. Door deze oorzaken expliciet te benoemen, ontstaat er hopelijk meer bewustzijn, en kan in een vroeg stadium worden gestuurd op realistische planningen en heldere werkafspraken. Ook kunnen tijdens de uitvoering signalen van opkomende inefficiëntie sneller worden herkend en aangepakt.
Wat betekent dit voor de bouwpraktijk?
Voor aannemers is het van belang om te anticiperen op deze risicofactoren. Bijvoorbeeld door:
- Vroegtijdig duidelijke afspraken te maken over informatieverstrekking en ontwerpwijzigingen.
- Gezamenlijk planningen op te stellen waarin ook de belangen van onderaannemers worden meegewogen.
- Coördinatie en communicatie structureel te organiseren, bijvoorbeeld met wekelijkse bouwvergaderingen.
- Wanneer het spannend wordt te gaan werken met dagstarts waarbij alle (onder- en neven) aannemers zijn vertegenwoordigd.
En, niet onbelangrijk: door samen te investeren in betere registratie van werkelijke productiviteit, zodat bij verstoringen niet alleen de oorzaak, maar ook de schade beter kan worden onderbouwd.
Volgende blog: hoe bewijs je inefficiëntie?
In de volgende blog uit deze serie ga ik dieper in op de vraag hoe je inefficiëntie kunt aantonen. Want het is één ding om hinder te ervaren, maar het is iets heel anders om daar ook daadwerkelijk juridische of financiële aanspraken aan te verbinden.
Vragen of opmerkingen?
Heb je hier vragen of opmerkingen over? Of wil je dat we meedenken over specifieke projecten waar verstoring of productiviteitsverlies dreigt? Neem dan gerust contact met ons op.
Laat een reactie achter