ingeschreven

Bedankt. We hebben een bericht gestuurd om uw e-mailadres te bevestigen.

Krijg onbeperkt toegang tot onze kennisbank

De kennis en ervaring die ons kantoor sinds 1926 heeft opgedaan delen we graag. Meldt u aan om toegang te krijgen tot onze kennisbank inclusief premium artikelen.

Geef mij toegang
Versnellingsmaatregelen in de bouw: voor wiens rekening? cover
Blog Bouwrecht

Versnellingsmaatregelen in de bouw: voor wiens rekening?

08 mei 2024 · Leestijd 6 min

In een serie blogs behandel ik het onderwerp vertragingsschade in de bouw. Zo vertelde ik in verschillende blogs meer over de mogelijkheden van de opdrachtgever dan wel aannemer bij een door de andere partij veroorzaakte vertraging. De mogelijkheid van versnelling kwam daarbij nog niet aan bod. In deze blog ga ik hier nader op in. Want voor wiens rekening komen de kosten van versnellingsmaatregelen? En maakt het daarbij nog uit op wiens initiatief de aannemer acceleert?

Versnellingsmaatregelen

Versnellingsmaatregelen (of acceleratiemaatregelen) zijn ingrepen die de aannemer doet om een opgelopen vertraging op het kritieke pad in een latere fase in te lopen, met als doel om de overeengekomen opleverdatum alsnog te halen. Denk daarbij aan de inzet van extra personeel en materieel, de inzet van ander materieel, het verruimen van werktijden of het wijzigen van de uitvoeringsmethode of de uitvoeringsvolgorde.

Nu zijn er bij (dreigende) vertraging grofweg drie situaties denkbaar waarin de aannemer versnellingsmaatregelen kan treffen:

  1. op eigen initiatief
  2. na een verzoek van de opdrachtgever
  3. omdat de opdrachtgever erop staat dat de opleverdatum wordt gehaald, maar tegelijkertijd elke aansprakelijkheid voor vertraging van de hand wijst

In bouwrechtelijke discussies is het vaak de vraag of de aannemer de kosten van de genomen versnellingsmaatregelen op de opdrachtgever kan verhalen. Laat ik vooropstellen dat kostenverhaal uitsluitend mogelijk is als er versnelling plaatsvindt bij vertragingen op het kritieke pad. Daarnaast hangt een en ander af van de omstandigheden van het geval. Ik zal dit toelichten.

Voor wiens rekening komen de versnellingsmaatregelen?

Als de aannemer de vertraging zelf heeft veroorzaakt en op eigen initiatief versnellingsmaatregelen treft, blijven de kosten hiervan – ik zou bijna zeggen uiteraard – voor zijn rekening. Meestal maken aannemers hiervoor overigens gebruik van de vrije ruimte (‘float’) in de planning.

Is de vertragingsoorzaak volledig aan de opdrachtgever toe te rekenen? En heeft de opdrachtgever om de versnelling verzocht? Dan moet de aannemer de kosten hiervan vergoed krijgen. In de praktijk wordt er achteraf nog wel eens betwist dat er is verzocht om acceleratie. Aannemers doen er dan ook goed aan om deze (mondelinge) opdrachten schriftelijk vast te leggen.

Zijn beide partijen debet aan de vertraging? Dan komen de kosten van de versnellingsmaatregelen van de door de aannemer zelf veroorzaakte vertraging voor eigen rekening. De overige kosten komen voor rekening van de opdrachtgever (let op: mits vaststaat dat om de versnelling is verzocht).

Tot slot nog de situatie waarin er lopende het project wordt gediscussieerd over de vraag wie er verantwoordelijk is voor de vertraging. In dat geval komt het regelmatig voor dat opdrachtgevers er op staan dat de opleverdatum wordt gehaald, maar tegelijkertijd alle aansprakelijkheid voor vertraging van de hand wijzen (de hierboven onder 3. genoemde situatie). Kiest de aannemer er in deze situatie voor om te accelereren, en komt na afloop vast te staan dat vertragingsoorzaak voor rekening van de opdrachtgever komt? Dan kan de aannemer zijn kosten op de opdrachtgever verhalen, aldus de RvA.

Luister ook de Rozemond Podcast

Podcastluisteraar? In deze aflevering van de Rozemond Podcast staan Thomas de Leeuwe en Michiel van Stigt Thans uitgebreid stil bij dit onderwerp. Ook besteden zij aandacht aan de vervroegde ingebruikneming.

Meer informatie?

Deze blogserie is een samenvatting op hoofdonderwerpen van een aantal hoofdstukken uit mijn praktijkboek ‘Vertragingsschade in de bouw’, dat in 2e druk verkrijgbaar is bij het Instituut voor Bouwrecht (IBR). Op 14 mei 2024 verzorg ik bij het IBR een studiemiddag over dit onderwerp. Meer informatie over deze studiemiddag vindt u hier.

Bij vragen over dit onderwerp, bel mij gerust.

Laat een reactie achter